PPID

Het is er weer tijd voor… De advertenties die je vertellen dat je in september en oktober korting kunt krijgen als je je paard op PPID laat testen.
Dat die goedkopere test uitgerekend nu aangeboden wordt is niet helemaal toevallig, dat heeft te maken met de Seasonal Rise, een natuurlijke schommeling in de hormoonbalans van paarden die in september/oktober z’n piek bereikt en invloed heeft op de ACTH waarde van je paard. En met die ACTH waarde wordt bepaald of je paard PPID heeft.

Maar het is niet altijd zo zwart wit als soms gesteld wordt en dus ga ik proberen uit te leggen waar je op kunt letten, wanneer het verstandig is om te testen en wanneer het verstandig is om te behandelen. En om dan gelijk maar met een spoiler-alert te beginnen: Ja, PPID kan ook homeopathisch behandeld worden, ik heb meerdere paarden in behandeling die zonder reguliere medicatie stabiel zijn en zelfs weer beter in hun vel zitten dan ooit. Aan het eind van dit artikel stel ik een aantal van die paarden aan je voor.

Eerst even kort een herhaling van wat PPID ookal weer is.
Veel mensen kennen de ziekte onder de naam Cushing’s Disease. Maar ‘Cushings’, zoals het meestal in het kort genoemd wordt, is een ziekte die ook bij mensen en bijv. honden voor kan komen, de naam beslaat een verscheidenheid aan symptomen die gerelateerd zijn aan een sterk verhoogd cortisol gehalte.
Bij paarden is gebleken dat de symptomen in de meeste gevallen veroorzaakt worden door een verstoring in de tussenkwab van de hypofyse, waardoor deze niet meer naar behoren functioneert. Dat deel van de hypofyse heet in het latijn de ‘pars intermedia’, de hypofyse heet in het Engels de pituitary gland en dus wordt de ziekte bij paarden officieel Pituitary Pars Intermedia Dysfunction ofwel PPID genoemd.

Maar wat houdt dat precies in?
De hypofyse is een klier die verschillende hormonen produceert ​​die de werking van andere klieren regelen. Een van die hormonen is ACTH en dit hormoon regelt de productie en uitscheiding van cortisol.
Normaal ligt de belangrijkste productie van ACTH in de voorkwab van de hypofyse en wordt de uitscheiding van ACTH weer gecontroleerd door de negatieve terugkoppeling van het cortisol.
Die negatieve terugkoppeling wil zeggen dat een te veel aan cortisol is een signaal voor de hypofyse om minder ACTH uit te scheiden, waardoor er weer minder cortisol aangemaakt wordt.
Bij PPID gaat dit echter mis omdat het grootste deel van de productie van ACTH verschuift naar de tussenkwab en de negatieve terugkoppeling daar niet goed op werkt. Er wordt te veel ACTH gemaakt en daardoor blijft ook het cortisol gehalte te hoog.
ACTH is overigens niet het enige hormoon dat wordt beïnvloed door PPID, er gaan meer dingen mis, in de hypofyse, maar ook in de hersenen en hypothalamus. Maar voor de leesbaarheid houden we het voor nu even bij ACTH en cortisol.

Van cortisol weten we een aantal dingen. In normale situaties bij ongestresste paarden is cortisol is verantwoordelijk voor een aantal normale gezonde lichaamsprocessen. Zo zorgt het bij slaap of bij inspanning voor de juiste bloedsuiker spiegel, het is een belangrijk hormoon voor het immuunsysteem en helpt in normale situaties bij de bescherming tegen endotoxinen en ontstekingsreacties. Cortisol ondersteunt ook de lever bij het ontgiften.

Maar overmatige afgifte van cortisol heeft het tegenovergestelde effect.
Het maakt dan juist gevoeliger voor infecties en ontstekingsreacties, het verstoort de eiwitstofwisseling waardoor bij PPID paarden spierafbraak en een hangende buik ontstaan (door verzwakking van buikspieren en bindweefsel). En omdat een chronisch verhoogd cortisolgehalte de bloedsuikerspiegel chronisch verhoogd, veroorzaakt dat insuline resistentie of verergert deze bij paarden die al insuline resistentie (IR) hebben.
Zelfs paarden die normaal niet gevoelig zijn voor insuline resistentie kunnen dit door PPID toch worden, maar aan de andere kant zijn niet alle paarden met PPID ook insuline resistent. Toch is het juist deze door PPID veroorzaakte IR die er voor zorgt dat PPID-ers in het najaar onverklaarbaar hoefbevangen kunnen raken ‘van schijnbaar niks’.

Maar wat heeft het seizoen daar dan mee te maken?
Doordat men regelmatig paarden zag die juist in het najaar de neiging hadden om hoefbevangen te raken, zelfs als ze op een suiker- en zetmeel arm dieet stonden en geen toegang hadden tot gras, is men verder onderzoek gaan doen. Het bleek dat paarden met PPID een verhoogd ACTH gehalte hadden en vaak ook een verslechtering van de glucose/insuline verhouding, wat duid op insuline resistentie. Maar wat is dan ‘verhoogd’ en wat is normaal ACTH?

Tijdens het onderzoek bleek dat alle paarden, ook degenen die niet gevoelig waren voor insuline resistentie en/of hoefbevangenheid, aan het eind van de zomer en in het najaar een hoger ACTH gehalte hadden, dan laat in de winter en het voorjaar. Het is een langzaam stijgende curve waarbij in juni/juli de lijn al licht begint te stijgen, met de piek in september en oktober en de meest stabiele periode van ongeveer januari tot mei. Die piek noemen we de ‘Seasonal Rise’.
Dit geldt overigens voor paarden op het noordelijk halfrond, voor paarden op het zuidelijk halfrond ligt de piek van de Seasonal Rise van februari tot maart.
Hoewel verschillende laboratoria en onderzoekers normen hebben genoemd voor wat nog ‘normaal’ is en wat ‘verhoogd’ is, is er wereldwijd niet echt consensus over bij welke waarde we nu echt de diagnose PPID kunnen stellen.
In Nederland worden de normen gehanteerd die bepaald zijn in de onderzoeken van Andy Durham et all., Daarbij wordt het volgende gesteld: buiten de Seasonal Rise, dus van december tot juni is de ‘grenswaarde 29pg/ml. Resultaten onder de 20 pg/ml zijn waarschijnlijk negatief voor PPID, resultaten boven 40 pg/ml zijn waarschijnlijk positief voor PPID en de resultaten tussen 20 en 40 pg/ml vallen in het ‘grijze gebied’, dit zouden vroege gevallen van PPID kunnen zijn.
Tijdens de Seasonal Rise ligt de norm op 47 pg/ml en vormt een uitslag tussen 37 en 57 het grijze gebied.
(hier in Nederland kun je ook een uitslag van pmol/L krijgen, dan moet je omrekenen maar dan ligt de norm op 6,7 en 10,5 pmol/L)

Maar zoals ik al schreef en wat ook onderzoekers aangeven, er is een flink grijs gebied en er blijken allerlei variaties mogelijk. PPID is verschillend in elk paard en kan zich in maanden maar ook in jaren ontwikkelen.

Gemiddeld wordt gezien dat jongere paarden met PPID een relatief lage piek hebben, terwijl oudere ‘full blown’ PPID-ers echt enorm hoge waardes kunnen hebben.
Maar die waarde zegt helemaal niks over de aanwezigheid van symptomen of de heftigheid er van. Er zijn paarden met torenhoge uitslagen die nauwelijks symptomen van PPID vertonen en er zijn paarden die totaal onverwacht hoefbevangen staan maar nog in het grijze gebied zitten.

Om de diagnose ‘full blown PPID’ te krijgen moet het paard eigenlijk het jaar rond een verhoogd ACTH gehalte hebben. Maar het blijk in de praktijk dat lang niet alle paarden die een verhoogd ACTH gehalte hebben tijdens de Seasonal Rise, dit het jaar rond hebben. Er zijn paarden die buiten de SR netjes binnen de norm vallen maar tijdens de SR ‘uit de bocht vliegen’.  Dit zijn vaak paarden die nog in het heel vroege stadium van PPID zitten. De Seasonal Rise zet de ACTH productie dan als het ware in overdrive waardoor de stijging van hun ACTH veel hoger is dan de gebruikelijke stijging bij gezonde paarden.
Maar omdat er geen harde ‘grenswaarden’ zijn en de hoogte van de waarde dus per PPID-er kan verschillen, kan het heel lastig zijn om te bepalen of je paard ‘gewoon in de Seasonal Rise zit’ of ‘bezig is uit de bocht te vliegen’. Een onverwacht hoefbevangen paard is dan wel een keihard teken maar dat wil je toch liever voorkomen.  
Daarom is alleen testen in het najaar meestal niet voldoende om een echte diagnose te stellen.

Waar moet ik op letten?
De meeste mensen kennen PPID van het paard met de krullerige vacht. Dit was vroeger het symptoom waardoor de diagnose gesteld werd, maar deze vergevorderde vachtveranderingen zijn lang niet de enige en zéker niet de eerste symptomen.
Veel mensen merken namelijk al veel eerder andere symptomen die op PPID kunnen duiden zoals gewichts/spier verlies, met name langs de rug, vaak ook met een bolle buik. Subtielere vachtveranderingen zoals langere, hardere/dikkere haren in de wintervacht, late voorjaarsverharing of lange haren die me name langs hals en buik blijven staan in het voorjaar. Een belangrijk en duidelijk signaal dat er sprake kan zijn van PPID is hoefbevangenheid in de herfst (zeker als het dieet al suikerarm is of als het de eerste keer is dat het paard ooit hoefbevangen is geraakt).
Dit is een lijstje van subtiele symptomen die kunnen duiden op PPID. Het wil dus niet zeggen dat je paard dan ook PPID heeft, veel symptomen kunnen ook door andere dingen veroorzaakt worden, maar als je een combinatie van meerdere van deze symptomen ziet bij je paard, kan het zinvol zijn om te testen.

  • Lusteloos, snel moe, depressief
  • Gewichtsverlies
  • Spierverlies, vaak als eerste zichtbaar langs de toplijn
  • Schraal maar met bolle buik (zgn. potbelly)
  • Overmatig drinken en plassen
  • Toegenomen eetlust
  • Ofwel overmatig zweten (hyperhidrose) of niet kunnen zweten (anhidrose)
  • Donkere plekken op de huid, vaak met verdikking en schilfering
  • Verhoogde gevoeligheid voor infecties
  • Slechte weerstand tegen inwendige parasieten
  • Ontwikkeling van allergieën en overgevoeligheid (bijv. vaccinaties, vliegen)
  • Onverklaarbare pees- of ligamentproblemen
  • Onvruchtbaarheid
  • Ontwikkeling van vetpockets rond staartaanzet, verdikking manenkam
  • Vullen van de ‘deuken’ boven de ogen.
  • Subtiele vachtveranderingen
  • Trage voorjaarsverharing, met name op buik en onderhals blijft het haar lang zitten. Langere/hardere haren.

Wanneer is het verstandig om te testen en/of te behandelen?
Welke paarden je zeker nu zou moeten laten testen zijn :

  • paarden met een geschiedenis van hoefbevangenheid in de late zomer of vroege najaar, zeker wanneer dit niet verklaarbaar is door hun dieet.
  • paarden die al een diagnose PPID hebben. Ook al zijn ze stabiel in de rest van het jaar, aan het begin van de Seasonal Rise testen kan zinvol zijn om te checken of ze nog voldoende onder controle zijn. Zo niet dan kun je nog tijdig hun medicatie aanpassen om een mogelijke hoefbevangenheid te voorkomen.
  • Paarden met een verzameling aan vroege PPID symptomen zoals hier boven genoemd, met name als die zich voordoen aan het eind van de zomer of in het vroege najaar.

Onderzoek heeft aangetoond dat het pas starten met pergolide (Prascend) tijdens de Seasonal Rise vaak niet voldoende effectief is, dus eigenlijk zou je deze paarden al eind augustus moeten testen zodat je voor september al kunt starten met behandeling als hun ACTH gehalte inderdaad te hoog dreigt te worden (eigenlijk had ik dit artikel een maandje eerder moeten schrijven).
Toch is het wel verstandig om paarden met verhoogde ACTH levels die hoefbevangen zijn, of dreigen te worden te behandelen, omdat je het ‘doorschieten’ van het ACTH level nog wel kunt remmen en daarmee een hoefbevangenheid nog net kunt afwenden.
Maar let op… Paarden met pijn, hebben stress en dus een verhoogd cortisol gehalte door de pijn. Dit kan een valse uitslag geven. Dit geldt ook voor paarden die om andere redenen een hoog stress gehalte hebben, zoals door angst voor de dierenarts of de stress van de rit naar de kliniek. Zelfs chronische stress door bijvoorbeeld verkeerde huisvesting kan al een vertekend beeld geven.
Dit is wel een factor om rekening mee te houden en het kan dus een rede zijn om juist niet te testen in die situatie maar daar een ander, minder stressvol moment voor te kiezen.
Staan ze al hoefbevangen en is er een vermoeden dat PPID de oorzaak is, dan kun je dus beter ‘blind’ gaan behandelen en het testen op een later moment doen om te kijken of ze buiten de Seasonal Rise ook verhoogd ACTH hebben.

Als je voor het eerst rond de Seasonal Rise je paard op ACTH laat testen en het blijkt nodig om hem te behandelen, dan is het verstandig om je paard rond december/januari weer van de medicatie af te halen en dan in maart/april nogmaals te testen.
Zo weet je of je paard altijd een verhoogd ACTH gehalte heeft en dus het jaar rond behandeld moet worden, of dat hij alleen tijdens de Seasonal Rise ‘uit de bocht vliegt’ en alleen van augustus tot november behandeling nodig heeft.
Daarbij is het belangrijk om je te realiseren dat het ACTH gehalte alleen geen zwart/wit oordeel geeft en je dus ook altijd goed naar je paard moet blijven kijken. Bij een paard wat lage waardes heeft, maar wel veel symptomen laat zien die op PPID kunnen duiden, kan het verstandig zijn toch alvast op een laag niveau te behandelen. Maar dat doe je natuurlijk liever niet gelijk met zo’n zwaar (en duur) medicijn als Prascend.

Dan volgt automatisch de hamvraag “Kan het ook homeopathisch?”
Ik had al verklapt dat dat kan. Ook binnen de veterinaire homeopathie is dit vrij onbekend maar na een aantal humane bijscholingen die ik gevolgd heb kwam ik samen met de docent tot de conclusie dat deze manier van behandelen ook prima bij dieren toegepast zou kunnen worden. Inmiddels heb ik meerdere paarden in behandeling die het super doen op alleen homeopathische behandeling, waarbij ze, net als bij de reguliere behandeling, hun leven lang ondersteund moeten blijven.
Net als dat PPID bij elk paard anders is, is ook de homeopathische behandeling van PPID voor elk paard anders. Soms kan het nodig zijn om tijdens de Seasonal Rise voor de veiligheid ook andere middelen in te zetten of zelfs tijdelijk Prascend, maar de dosis is dan veel lager dan wanneer ze niet homeopathisch behandeld worden en vaak is dat ook alleen in het eerste jaar, wanneer de diagnose pas tijdens de Seasonal Rise gesteld is. Als ze eenmaal langer op homeopathie staan kunnen ze vaak met minder toe en ik heb zelfs paarden die weer volledig van de behandeling af zijn gegaan en het nog steeds goed doen.

Ik stel je graag met toestemming van hun eigenaar aan een paar van deze paarden voor.

Jake: Jake, een knappe Tessensee Walker, kwam bij mij in behandeling vanwege klachten door insuline resistentie maar uiteindelijk bleek hij ook PPID te hebben met echt torenhoge ACTH waardes. We zijn behandeling gestart en Jake werd al snel zo stabiel dat hij buiten de Seasonal Rise in het begin maar 1x per week zijn middel hoefde. Maar tijdens de Seasonal Rise bleef hij extreem uit de bocht vliegen, waardoor ik in die periode ook extra middelen in moest zetten om hem onder controle te houden. Jake heeft nooit op Prascend gestaan en is regelmatig gemonitord met bloedonderzoek waardoor we heel goed het effect van de behandeling konden zien.
De laatste paar jaar ging het super met hem, zijn eigenaar merkte precies aan hem wanneer het tijd was de dosis op te hogen waardoor ook tijdens de Seasonal Rise de extra middelen achterwege konden blijven.
Helaas heeft zijn eigenaar heel recent afscheid van hem moeten nemen (niet PPID gerelateerd), hij wordt enorm gemist en voor mij blijft Jake ook altijd een speciaal plekje houden omdat hij de eerste was bij wie ik deze behandeling toegepast heb.

Mugga: Een IJslanderdame op leeftijd. Twee jaar geleden kwam haar eigenaar bij mij voor haar andere IJslander. Tijdens het eerste bezoek maakte ik uiteraard ook kennis met Mugga en deze dame, die al lang en breed met pensioen was, had toch wel wat uiterlijke kenmerken van PPID. Maar geen serieuze klachten dus ik bood aan om haar gewoon mee te behandelen en op het onderhoudsprotocol te zetten om te zien of dat wat voor haar kon doen. Mugga knapte daar enorm van op en kreeg al heel vlot veel meer energie, waardoor ze zelfs weer mee kon op stapritjes door het bos, iets waar Mugga én haar eigenaren heel blij van worden. Het eerste jaar moesten we nog wat extra’s doen tijdens de Seasonal Rise maar inmiddels gaat Mugga ‘als een speer’.
Ze heeft weer volop energie, een normale gelijkmatige vacht en hoeft niet meer geschoren te worden, omdat ze gewoon normaal verhaart. Op 28 jarige leeftijd is ze fitter en blijer dan een paar jaar terug.

Atli en Menglöd: Eigenlijk zijn deze twee IJslanders-op-leeftijd wel gevalletjes apart en beiden zijn een goed voorbeeld van hoe alleen bloedwaardes niet alles zeggen.
Ze kwamen bij me vanwege IR gerelateerde klachten en waren beiden nog herstellend van hoefbevangenheid. Maar waar Menglöd wél verhoogde ACTH had laten zien en Atli juist niet, wordt op dit moment juist Atli voor PPID behandeld en Menglöd niet meer. Kort na de start van de behandeling is de eigenaar met haar paardjes naar Zweden verhuisd en die verhuizing heeft er bij de paardjes goed ingehakt. Stress, gewichtsverlies en veranderend dieet waren dus factoren die een grote rol speelden in de behandeling en Atli heeft ook Lyme en EORTH. Daardoor was het wat gecompliceerder om ze er weer bovenop te krijgen. Atli bleek ondanks dat zijn waardes eigenlijk nog binnen de norm vallen toch beter op de PPID behandeling te reageren, een beslissing die we voornamelijk op zijn uiterlijke kenmerken en symptomen genomen hebben. Bij Menglöd waren de ACTH waardes zo mooi gedaald maar bleek er toch ook IR onder te liggen, waardoor bij haar het focussen op de IR een stabielere situatie opleverde, haar ACTH blijft nu netjes binnen de norm.

Petra: Toen Petra (KWPN) bij me kwam was er al een ACTH test met een verhoogde uitslag. Deze was in juni afgenomen, eigenlijk nog voor/aan het begin van de Seasonal Rise. Die zou dus nog veel verder gaan stijgen. Door Petra’s verleden speelde stress een grote rol bij haar en deze is dus meegenomen in de behandeling. Petra knapte snel op en ging eigenlijk al heel vlot heel stabiel. Geen verslechtering tijdens de Seasonal Rise en de uiterlijke kenmerken en symptomen die ze had begonnen al snel te verdwijnen.
Petra’s eigenaar koos er voor om uiteindelijk de behandeling te stoppen en Petra met kruiden en goed monitoren te onderhouden. Dit gaat nog steeds goed, Petra is op dit moment nog steeds symptoomvrij en stabiel.

Jasper: Ik kwam voor een ander paard bij de eigenaar maar uiteraard kwam ook Merens Jasper ter sprake. Jasper had duidelijk het uiterlijk van een PPID-er en stond ook al op Prascend, maar ondanks dat waren zijn waardes toch omhoog gegaan en moest de medicatie omhoog. Door hem ook homeopathisch te gaan behandelen verminderde zijn symptomen en daalde zijn ACTH waarde weer, waarna we zijn begonnen om de dosis Prascend wat naar beneden te brengen. Hij zit beter in zijn vel en strakker in z’n vacht, heeft volop energie. Zijn ACTH waardes zijn nog niet stabiel dus blijft hij nog wel voor de veiligheid op Prascend, maar ik verwacht dat dit in de loop van volgend jaar nog iets verder naar beneden kan, zeker als paarden al op Prascend staan kan het wat langer duren voordat je het juiste protocol helder hebt voor dat paard, omdat het beeld door de Prascend niet zuiver is. Maar ook dan is het de moeite waard omdat ik in de praktijk zie – en Jasper laat dit mooi zien – dat ze mét homeopathie toch beter in hun vel komen te zitten, ook als Prascend toch nodig blijft.

Vermoed je nu dat jouw paard ook wel eens PPID-gerelateerde klachten zou kunnen hebben en wil je daar graag advies over?
Of heb je een paard met PPID en ben je benieuwd wat homeopathie voor je paard kan betekenen?
Boek dan een afspraak voor een gratis adviesgesprek, dan kijken we er samen naar en leg ik uit wat ik voor jou en je paard kan doen.